de vertaalslag
Begint eer ge Bezint!
Fijn aan mijn werkveld is de variëteit aan boeken, van prentenboek op rijm tot non-fictie, van eerste leesboekje zoals Molly tot YA-roman, het houdt je denkraam lekker elastisch ;-).
Tuurlijk heeft iedere vertaler zo zijn of haar eigen(wijze) werkwijze.
voorwerk
Mijn aanpak in grote lijnen: ik geef mijn definitieve ja-woord aan een uitgever pas na grondige lezing van het boek. Vaak vraagt een uitgever ook om een leesrapport.
Als de deal gesloten is en als het boek literair genoeg (b)lijkt ga ik 'een goed woordje' voor boek en auteur doen bij het Nederlands Letterenfonds om een zgn. projectsubsidie te bemachtigen – een uitkomst voor literaire (brood)vertalers, verdubbeling van je uitgeversgage!
O ja, niet te vergeten: daar hoort ook de planning bij. Een realistische tijdsinschatting maken blijkt vaak nog een hele kunst...
vertaalproces
Na al dat voorwerk ga ik de originele tekst inhoudelijk in de grondverf zetten, da's de eerste ruwe vertaling. Gevolgd door de tweede intensieve ronde, het echte hersenkraken, met als doel dat die basisvertaling zich gaat loszingen van het origineel, dat de tekst soepel gaat lopen om hier uiteindelijk op eigen poten te staan.
Voor mij mooie uitdagingen aan het vertaalproces: het onderzoeken van allerlei vreemde elementen zoals realia en slang, het puzzelen en spelen met taal, des te meer als de auteur strooit met eigen taalvondsten en/of woordspelingen.
Naast het overbrengen van de inhoud gaat het er natuurlijk vooral om de sfeer van het origineel te pakken en specifieke taal, ritme en stijl van de auteur in je vingers te krijgen.
de schepper
Ik hou graag 'mailig' voeling met de auteur, om haar of zijn creaties zo goed mogelijk te duiden, en tégen mogelijke misinterpretaties en vertaalblunders. Zo’n contact lukt zo goed als altijd. Een enkele keer niet, zoals bij veelschrijver Henning Mankell van wie ik in de jaren 2007-2009 een viertal (gedateerde, wel mooie) jeugdboeken vertaalde voor De Geus.
de 'bevalling'
Als het verhaal aardig op eigen poten staat, speel ik de tekst door naar mijn (onontbeerlijke!) eerste trouwe lezer, die er met frisse blik én kritisch naar kijkt. Heerlijk om eindelijk te kunnen sparren! Daarna komen het bijvijlen en puntjes op i'tjes zetten. En dan kan 'je kindje' eindelijk de wereld in vliegen.
De titel vormt trouwens een hoofdstuk apart. Soms valt die je al lopend zomaar in, zoals Tobbe voor Zweedse Dogge van Mikael Engström en Zomerzeer voor het té exotisch klinkende Noorse Løvetannsang ('paardenbloemlied') van Hilde Hagerup. Overigens heeft de uitgever hierin altijd het laatste woord.
Soms wordt de titel pas op de valreep geboren of moet je er even voor strijden, bv. voor Ey, luister es! van Gulraiz Sharif.
lastiger ludieke klantjes
Vaak vraagt de tekst 'special care', zoals die van Kanel och kanin – Kaneel en konijn, Zweeds prentenboek op rijm, van Ulf Stark, geinig geïllustreerd door Charlotte Ramel.
Ander stel donderjagers voor mij waren Olle & Lena van Maria Parr in het Nynorsk, doorspekt met onvindbare dialectwoorden en 'Parriaanse' uitdrukkingen.
Een weer totaal andere uitdaging was het poëtische Hannu, Hannu van de Noor Geir Gulliksen.
En recenter een voor mij nieuwe genre, de graphic novel: Wat is er eigenlijk met jou gebeurd? van Noorse Jenny Jordahl.
worstelingen
Tuurlijk zijn er ook minder ludieke worstelingen, zoals de druk op de ketel door deadlines. En erger(lijk)e stress: een redacteur die niet op één lijn met je (tekst) zit, of zelfs meerdere redacteuren die enthousiast hun 'piesjes' op je vertaling achterlaten. Dieptepunt voor mij was een boekvertaling waar tijdens een zomervakantie door ± vijf redacteuren lustig op losgegaan werd. Hjelp!
Ook kan een project buitengewoon moeilijk zijn, waarvoor je alles uit 'je' kast moet halen, zoals het in 2021-'22 vertaalde indrukwekkende YA-debuut van de paki-Noor Gulraiz Sharif: Ey, luister es!
Kortom: van verre talen Neder talen... het is een vak waar je met hart en ziel voor mag gaan!