Tobbe
Zweedse Dogge (2001), het jeugdboek-debuut van Mikael Engström, kreeg ik toegespeeld door attente collega-vertaler Clementine Luijten – wat een geluk! Toen ik het de eerste keer las, wist ik het meteen: Dogge is een jongen naar mijn hart!
Dit fantastisch tragikomisch verhaal draait om halfwees Dogge alias Tobbe, die zich met leeftijdgenoten in een arme Stockholmse buitenwijk tijdens zomerse straatavonturen staande probeert te houden. Tobbe heeft het niet makkelijk, zeker niet nadat hij een penalty heeft gescoord tegen Perra, de schrik van de Bosjesweg... Het wordt de aftrap voor een zomeroorlog, waarin het er heftig aan toegaat. ‘s Nachts praat hij zijn moeder in de hemel bij en trakteert haar terloops op zijn nieuwste weetjes – over wormgaten, asteroïden, doodgaan en nog veel meer – filosoferend vanuit de vensterbank.
Zweedse Dogge bleek een fantast en een tobber... Pas toen de vertaling al ver gevorderd was viel zijn Nederlandse equivalent me in: Tobbe wilde hij hier heten!
Tobbe (2004) is nog altijd mijn lieveling: te treurig om te lachen en te komisch om te huilen.
Ook recensent Annemarie Terhell verkoos het in de KidsWeek tot een van de toppers van 2004: ‘Een zeldzaam mooi boek van een schrijver die precies aanvoelt wat er in een jongenshoofd kan omgaan. Mijn absolute favoriet!'
Gelukkig schiep Mikael Engström daarna nog twee briljante jeugdboeken: Satans tjuv (2003) – Dief van de duivel (2006) en Isdraken (2007) – Op het randje (2008). Tobbe en Dief van de duivel zijn hier allebei bekroond – met Zilveren Zoenen.
Aardig weetje: pas na de lancering van Tobbe, inmiddels al ruim tien jaar als boekvertaler aan de slag, ontdekte ik het bestaan van het Nederlands Letterenfonds en de extra subsidie die je als literair boekvertaler boven op je gage van de uitgever kunt krijgen: meer dan een verdubbeling!
De eerste verbluffend royale 'werkbeurs' – zo heette de projectsubsidie destijds – viel me toe voor Dief van de duivel (2006).